Home

Bijlagen niet ter vaststelling

Bijlage 1 - Doelenboom 2025

P1

Ruimtelijke Ontwikkeling

Beleidsdoel

Meerjarendoel

1.1

De omgevingsvisie zorgt voor een goede afweging tussen plannen en Utrechtse kwaliteiten door concentreren en combineren

1.1.1

Het provinciaal omgevingsbeleid is beter en integraler

1.1.2

Provinciale belangen zijn beter geborgd in samenwerking met (boven)regionale partners

1.1.3

Het provinciaal omgevingsbeleid is beter geborgd in samenwerking met gemeenten

1.1.4

Omgevingsinformatie en monitoring van omgevingsbeleid wordt beter ingezet

1.2

De gebiedsontwikkeling is integraal en gericht op efficiëntie en kwalitatief hoogwaardig ruimtegebruik.

1.2.1

Door gebiedsgericht participeren en reguleren gaan ruimtelijke ontwikkelingen sneller leiden tot een beter ruimtegebruik

1.2.2

De gebiedsontwikkelingen Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg zijn verder ontwikkeld en gerealiseerd.

1.2.3

Groen groeit beter mee met rode ontwikkelingen

1.3

Er is passende woonruimte die aansluit bij de woningbehoefte in de provincie Utrecht.

1.3.1

Het provinciaal volkshuisvestingsbeleid ondersteunt beter de volkshuisvestingsopgave

1.3.2

De woningbouwopgave vindt sneller en vraag gestuurd plaats

1.3.3

Wijken zijn vitaler door een integrale aanpak van sociale en fysieke wijkvernieuwing

1.3.4

Het aantal plekken voor opvang van asielzoekers en de huisvesting van statushouders sluit beter aan bij de opgave

P2

Landelijk gebied

Beleidsdoel

Meerjarendoel

2.1

Het natuurnetwerk (NNN) is robuust (ontwikkeld).

2.1.1

Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is verder gerealiseerd (groter van oppervlakte)

2.1.2

De Groene Contour is verder gerealiseerd

2.1.3

Natuurgebieden zijn beter met elkaar verbonden

2.1.4

Het areaal bos is vergroot en de kwaliteit van bestaand bos is verbeterd

2.2

De kwaliteit van de natuur is goed/divers en veerkrachtig

2.2.1

Het beheer van bestaande bos-, natuur- en agrarische gebieden is effectiever en efficiënter

2.2.2

De biodiversiteit in stad en platteland is verbeterd

2.2.3

De balans tussen ingrepen/faunabeheer en instandhoudingsdoelen bewaken en verbeteren

2.3

De verbinding tussen natuur, mensen en maatschappij is sterk

2.3.1

De betrokkenheid van inwoners bij natuur is groter en de samenwerking tussen bij natuur betrokken partijen is beter

2.4

Duurzaamheid is een substantieel onderdeel van de Utrechtse landbouw

2.4.1

De landbouw is meer circulair, natuurinclusief, klimaatneutraal en economisch rendabel

2.4.2

Utrechtse voedselproducenten produceren meer voor de regionale markt en Utrechtse inwoners kunnen gemakkelijker kiezen voor gezond en duurzaam voedsel

2.4.3

Het ongewenst gebruik van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) is door sloop of hergebruik teruggedrongen

2.5

De leefbaarheid van het landelijk gebied is door lokale initiatieven versterkt

2.5.1

De leefbaarheid van het landelijk gebied en de kleine kernen is beter

P3

Bodem, water en milieu

Beleidsdoel

Meerjarendoel

3.1

De waterveiligheid en klimaatadaptatie is gewaarborgd

3.1.1

De waterkeringen zijn op orde, en de provincie is beter voorbereid op de gevolgen van overstromingen

3.1.2

Meekoppelkansen bij dijkversterking zijn vaker benut

3.1.3

De fysieke leefomgeving wordt beter voorbereid op klimaatverandering

3.2

De zoetwatervoorziening en het oppervlaktewater zijn van goede kwaliteit

3.2.1

Voor het oppervlaktewater bereiken we de KRW-doelen in 2027

3.2.2

De zoetwatervoorziening is robuuster en beter op orde en de waterketens zijn meer circulair

3.3

Het bodem- en grondwatersysteem is schoon en robuust

3.3.1

De bodem- en grondwaterkwaliteit is verbeterd en beter beschermd

3.3.2

Duurzaam (gebiedsgericht) gebruik van bodem en ondergrond is geborgd

3.3.3

Zorg dragen voor voldoende grondwater voor de functies openbare drinkwatervoorziening, menselijke consumptie, natuur en landbouw

3.4

De leefomgeving is gezond en veilig

3.4.1

Er zijn meer adviezen gegeven en initiatieven genomen voor een gezonde leefomgeving

3.4.2

De luchtkwaliteit is beter en komt dichter bij de WHO-advieswaarden

3.4.3

Er zijn minder geluidbelaste woningen en stiltegebieden zijn beter beschermd

3.4.4

De overlast van vliegverkeer is minder geworden

3.4.5

De inclusieve breedtesport in de openbare ruimte en op duurzame sportaccommodaties is sterker

3.4.6

De externe veiligheid is beter gewaarborgd

3.4.7

De uitvoering van de VTH-taken is inhoudelijk en financieel beter geborgd

3.5

De bodemdaling en broeikasgasuitstoot in het veenweidengebied is verminderd

3.5.1

Er is meer kennis beschikbaar om bodemdaling en broeikasgasuitstoot te beperken

3.5.2

Door uitvoeren maatregelen via gebiedsprocessen is bodemdaling en broeikasgasuitstoot verminderd

P4

Klimaat en Energietransitie

Beleidsdoel

Meerjarendoel

4.1

De gebouwde omgeving gebruikt minder energie en wordt duurzamer verwarmd

4.1.1

De ondersteuning van inwoners voor energiebesparing is beter (door o.a. gemeenten, woningcorporaties en Verenigingen van Eigenaren)

4.1.2

Er is meer toezicht en ondersteuning voor energiemaatregelen bij bedrijven en maatschappelijke organisaties

4.1.3

Meer zonnepanelen op daken

4.1.4

Het aandeel duurzame warmtebronnen voor de verwarming van gebouwen is groter

4.2

De opwekking van duurzame elektriciteit is sterk toegenomen

4.2.1

De groei van duurzame energie is ruimtelijk beter mogelijk gemaakt

4.2.2

Meer inwoners doen mee en participeren in de energietransitie

4.3

De energietransitie is haalbaar, betaalbaar  en innovatief.

4.3.1

Wet- en regelgeving zijn beter afgestemd op energietransitie (lobby)

4.3.2

Innovaties leveren een grotere bijdrage aan duurzame energievoorziening

4.3.3

De energietransitie is beter betaalbaar voor iedereen (passende financiële instrumenten)

4.4

De energie-infrastructuur is beter afgestemd op vraag en aanbod van (duurzame) energie

4.4.1

Het elektriciteitsnetwerk wordt slimmer en beter gebruikt

4.4.2

De ruimtelijke inpassing van netuitbreidingen gebeurt sneller

4.4.3

Er is meer integraliteit in de programmering van de energie-infrastructuur

4.5

Het ondersteunen van de transitie naar een circulaire samenleving is sterker en meer integraal

4.5.1

Betere inbedding van circulair in het provinciale beleid en de uitvoering door het uitvoeren van de middellange termijnstrategie circulaire samenleving

4.6

De transitie naar een klimaatneutrale samenleving wordt concernbreed beter verankerd en gemonitord

4.6.1

Betere sturing op de doelen voor klimaatmitigatie door het uitvoeren van de Utrechtse Klimaataanpak naar Netto Nul

P5

Bereikbaarheid Publieke mobiliteit

Beleidsdoel

Meerjarendoel

5.1

Versterken netwerk

5.1.1

Het versterken van de ov-bereikbaarheid door het realiseren van nieuwe verbindingen en het opwaarderen of verleggen/verlengen van bestaande verbindingen in het netwerk

5.1.2

Een beter OV en exploitatie door het wegnemen van bereikbaarheidsknelpunten

5.1.3

Verbetering van fysieke en sociale toegankelijkheid van het OV

5.1.4

Verbetering van de betaalbaarheid voor mensen met een krappe beurs

5.2

Duurzaam concessiemanagement

5.2.1

Meer reizigerstevredenheid over het OV in de provincie Utrecht

5.2.2

Effectievere uitvoering van het OV (kostendekkingsgraad, voorspelbaarheid, betrouwbaarheid, meer (betalende) reizigers)

5.2.3

Het terugdringen van de negatieve effecten van publieke mobiliteit op de omgeving

5.3

Aantrekkelijke knooppunten

5.3.1

Meer OV knooppunten hebben een hogere kwaliteit

5.4

Duurzaam beheer en realisatie van ov-infrastructuur

5.4.1

De bestaande infrastructuur is op orde en beschikbaar op het vastgestelde kwaliteitsniveau

5.4.2

We onderhouden onze OV-assets duurzamer

P6

Bereikbaarheid Gezond en veilig

Beleidsdoel

Meerjarendoel

6.1

Meer fietsen over een sterker

6.1.1

We realiseren doorfietsroutes en nemen barrières weg

6.1.2

Een sterk RFN gericht op vlot, veilig en comfortabel fietsen en het ontsluiten van alle belangrijke werklocaties, middelbare scholen en knooppunten

6.1.3

We stimuleren mensen om vaker te gaan fietsen

6.2

Veiligere infrastructuur en gedrag

6.2.1

Het verbeteren van de veiligheid op de provinciale infrastructuur

6.2.2

Het verbeteren van de veiligheid op gemeentelijke wegen door subsidie op verkeersveiligheidsmaatregelen

6.2.3

Het stimuleren van veilig gedrag door verkeerseducatie, voorlichting en handhaving

6.3

Samen gezonde groei bereikbaar maken

6.3.1

Op basis van gezamenlijk onderzoek komen tot een uitvoerings- en investeringsagenda tussen Rijk en regio om de woningbouwopgave te kunnen realiseren met de bereikbaarheidsmaatregelen die daarvoor noodzakelijk zijn

6.3.2

Het borgen van de regionale bereikbaarheid in samenwerking met het Rijk en gemeenten

6.3.3

In regionaal verband stimuleren van slimme en duurzame mobiliteitskeuzes (o.a. fiets en OV in woon-werkverkeer via werkgevers)

6.4

Verschonen mobiliteit

6.4.1

Het stimuleren van het gebruik van schone brandstof of energiedrager in personen- en goederenvervoer

P7

Bereikbaarheid Infrastruct. en Benutten

Beleidsdoel

Meerjarendoel

7.1

Betere benutting van de regionale mobiliteitsnetwerken

7.1.1

We zetten verkeersmanagement en informatie- en communicatietechnologie in om onze netwerken optimaal te benutten

7.2

Versterken netwerk

7.2.1

We versterken de provinciale netwerken door het wegnemen van bereikbaarheidsknelpunten

7.2.2

We dringen de negatieve effecten van wegverkeer op de omgeving terug en dragen bij aan biodiversiteit

7.3

Duurzaam realiseren van infrastructuur en onderhoud

7.3.1

We realiseren de projecten uit het Meerjarig Investeringsplan en het variabel onderhoud

7.3.2

We realiseren vervanging en nieuwbouw meer klimaatneutraal en circulair

7.4

Duurzaam beheren van infrastructuur

7.4.1

De bestaande infrastructuur is op orde en beschikbaar op het vastgestelde kwaliteitsniveau

7.4.2

We beheren en onderhouden onze infrastructuur duurzamer

P8

Cultuur, erfgoed, recreatie en toerisme

Beleidsdoel

Meerjarendoel

8.1

De culturele infrastructuur is sterk en toegankelijk en ons erfgoed is behouden en beleefbaar

8.1.1

In elke gemeente is een robuuste bibliotheekvoorziening en de Utrechtse bibliotheken werken beter samen waardoor zij meer inwoners bereiken

8.1.2

Samen met gemeenten en partners is de culturele infrastructuur sterker door een pluriformer en hoogwaardig aanbod dat een diverser publiek aanspreekt en trekt

8.1.3

Meer kinderen en volwassenen beoefenen en ervaren cultuur, zowel door cultuureducatie op school als cultuurparticipatie in de vrije tijd

8.1.4

Erfgoed en archeologie zijn duurzamer behouden en beheerd

8.1.5

Kwaliteit van de leefomgeving is sterker geworden door de kansen van ruimtelijk erfgoed te benutten

8.1.6

Erfgoed is bekender en beleefbaarder gemaakt bij een groot en divers publiek

8.1.7

UNESCO Werelderfgoederen Hollandse Waterlinies en Neder-Germaanse Limes zijn beter bekend, beleefbaar en zijn beter ingezet om de ruimtelijke kwaliteit te versterken

8.2

Recreatie en bestemmingsmanagement zijn meer integraal onderdeel van de ontwikkelingen in de leefomgeving

8.2.1

Recreatief groen is beter toegankelijk en bereikbaar

8.2.2

Recreatievoorzieningen zijn kwalitatief sterker en worden beter gebruikt

8.2.3

De samenwerking tussen partners in de regio is sterker

8.2.4

Het bestemmingsmanagement is efficiënter en effectiever

8.2.5

Verblijfsrecreatie is vitaler

8.2.6

Het zakelijk toerisme is groter en verder versterkt

P9

Economie

Beleidsdoel

Meerjarendoel

9.1

Het bedrijfsleven en werknemers zijn toegerust op de toekomst

9.1.1

De regionale arbeidsmarkt functioneert beter door goede aansluiting vraag en aanbod waarin Leven Lang Ontwikkelen centraal staat

9.1.2

Bedrijven en werknemers zijn beter voorbereid op maatschappelijke transities passend bij het regionaal profiel, zoals digitalisering en circulaire economie

9.1.3

De dienstverlening voor (mkb-) ondernemers is beter op elkaar aangesloten

9.2

Bedrijven en (kennis)instellingen werken aan innovaties voor maatschappelijke transities passend bij het regionaal profiel

9.2.1

Innovatie is sterker doordat overheden, onderwijs/ onderzoek en ondernemers elkaar makkelijker weten te vinden

9.2.2

Innovatie is sterker doordat meer bedrijven gebruik maken van nieuwe kennis en inzichten

9.2.3

Het innovatie-ecosysteem is beter met meer startups en scale-ups die bijdragen aan maatschappelijke transities passend bij het regionaal profiel

9.3

Er zijn voldoende vestigingsmogelijkheden in aantal en kwaliteit

9.3.1

Werklocaties worden intensiever gebruikt en sluiten beter aan bij de marktvraag

9.3.2

Werklocaties zijn duurzamer (circulair, klimaat, energie, gezondheid) en economisch krachtiger

9.3.3

Er zijn meer en sterkere innovatielocaties die passen bij het regionaal profiel

10.1

Het provinciebestuur is sterk en duidelijk

10.1.1

De positie van PS is sterk en duidelijk

10.1.2

De uitvoering van de Rijkstaken (CvdK) is van blijvende hoge kwaliteit

10.1.3

De uitvoering van het dagelijks bestuur (GS) is van hoge kwaliteit

10.2

Integriteit is een vast onderdeel van het politiek-bestuurlijke- en bedrijfsproces

10.2.1

Integriteit is blijvend goed geborgd en het beleid is goed ontwikkeld

10.3

De aanpak van ondermijning wordt geïntensiveerd

10.3.1

Ondermijnende criminaliteit wordt tegengegaan, de weerbaarheid wordt gestimuleerd en de aandacht voor de wet BIBOB vergroot

10.4

In verbinding met de partners, stakeholders en inwoners (via bijvoorbeeld participatie) is het strategisch vermogen van de organisatie groot

10.4.1

Het betrekken van inwoners en partners doen we consequent en volgens ons participatiebeleid

10.4.2

Het gesprek met de samenleving wordt vormgegeven vanuit de inhoud, hierbij worden huidige en toekomstige generaties betrokken

10.4.3

De regionale en lokale journalistiek heeft duurzaam een sterkere positie

10.5

De regionale slagkracht is sterk (ook over bestuurlijke grenzen heen)

10.5.1

Er ligt een (gezamenlijke) visie op regiovorming en er wordt conform die visie gehandeld.

10.5.2.

De Nota samenwerkende partijen wordt conform uitgevoerd

10.5.3

De relatie met de Europese Unie draagt bij aan de realisatie van provinciale beleidsdoelstellingen

10.5.4

De Staat van Utrecht is van niveau en goed afgestemd op de gebruikers

10.5.5

Het strategisch vermogen van de organisatie en lobbykracht is sterker

10.6

Gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen functioneren goed conform de wet

10.6.1

De wettelijke toezichttaak wordt goed en efficiënt uitgevoerd

10.7

Concernbrede aansturing op brede thema’s is krachtig en effectief

10.7.1

De Sociale Agenda is zichtbaar en uitvoerbaar binnen de Provinciale programma’s en op een aantal sociale thema’s aanvullend op gemeenten en andere organisaties

10.7.2

De vitaliteit van wijken en kernen is groter door vernieuwende aanpakken met burgers (maatschappelijke) organisaties en gemeenten

10.8

Het juridisch fundament wordt sterker en is goed toegerust

10.8.1

Versterken van de juridische functie

10.9

De communicatie is zichtbaar, vindbaar, verbindend en transparant

10.9.1

Door ontwikkelen communicatie op basis van nieuwe kennis en middelen

10.9.2

De medewerkers van provincie Utrecht faciliteren in communicatieve vaardigheden waaronder duidelijk en begrijpelijk schrijven, (social) mediavaardig zowel intern als extern, verbindende gespreksvaardigheden

10.9.3

Vergroten van de zichtbaarheid van het werk van de provincie (corporate communicatie), zodat inwoners weten aan welke opgaven de provincie werkt en wat ze wil bereiken

11.1

De financiële keten is robuust, betrouwbaar en goed verankerd in de organisatie

11.1.1

De financiële keten is robuust, betrouwbaar en goed verankerd in de organisatie

11.2

De medewerkers en organisatie zijn duurzaam inzetbaar en zijn blijvend in ontwikkeling

11.2.1

De medewerkers en organisatie zijn duurzaam inzetbaar en zijn blijvend in ontwikkeling

11.3

Het ICT-fundament en de informatievoorziening is toekomstbestendig

11.3.1

Het ICT-fundament en de informatievoorziening is toekomstbestendig

11.4

De dienstverlening is klantgericht en klantvriendelijk en constant aan verandering onderhevig

11.4.1

De dienstverlening is klantgericht en klantvriendelijk en constant aan verandering onderhevig

11.5

De provincie geeft het goede voorbeeld door het verduurzamen van de eigen organisaties (processen en faciliteiten) vastgoed en de daarbij behorende buitenruimte

11.5.1

De provincie geeft het goede voorbeeld door het verduurzamen van de eigen organisaties (processen en faciliteiten) vastgoed en de daarbij behorende buitenruimte

11.6

De beheersing van de organisatie door het management en het bestuur is optimaal

11.6.1

Uitvoeren van concerncontrol waaronder het adviseurschap van de Financiële Auditcommissie

11.6.2

Versterken van Verbijzonderde Interne Controle (VIC)

Deze pagina is gebouwd op 10/03/2024 11:59:19 met de export van 10/03/2024 11:50:32